Jozef was dus door de Ismaëlieten meegenomen naar Egypte, en daar was hij gekocht door Potifar, een vooraanstaand man die tot de hovelingen van de farao behoorde en het bevel voerde over zijn lijfwacht. De HEER stond Jozef ter zijde, zodat het hem goed ging. Hij mocht in het huis van zijn Egyptische meester werken. Omdat zijn meester zag dat de HEER Jozef ter zijde stond en alles wat hij ter hand nam voorspoedig liet verlopen, was hij Jozef goedgezind:

hij maakte hem tot zijn persoonlijke bediende, liet de gang van zaken in huis aan hem over en gaf hem het beheer over alles wat hij bezat. En vanaf het ogenblik dat hij hem belastte met het toezicht op zijn huis en zijn verdere bezittingen, zegende de HEER het huis van die Egyptenaar omwille van Jozef. De zegen van de HEER rustte op alles wat hij bezat, in huis en daarbuiten. Daarom vertrouwde hij alles volledig aan Jozef toe; nu Jozef er was, bekommerde hij zich alleen nog om wat hij te eten kreeg.

Jozef was knap en aantrekkelijk. Na verloop van tijd liet de vrouw van zijn meester haar oog op hem vallen. ‘Kom bij me liggen,’ zei ze. Maar dat weigerde hij. ‘Sinds ik hier ben,’ zei hij, ‘maakt mijn meester zich geen zorgen meer over wat dan ook hier in huis, en hij heeft mij het beheer gegeven over al zijn bezittingen.

Loading

Lees ook deze Berichten:

Genesis 1:1-19 De schepping van hemel en Aarde 1
Genesis 28:10-22 Jakobs droom in Betel
Genesis 7:17-24 Noach 3
Genesis 2:1-4 De schepping van hemel en Aarde 3
Genesis 22:15-19 Abraham op de proef gesteld 2
Genesis 21:1-13 Isaak en Ismaël 1
Genesis 50:1-14 Jakobs levenseinde 6
Genesis 41:47-57 De droom van de farao 4
Genesis 45:21-28 Jozefs broers opnieuw in Egypte 9
Genesis 20:8-18 Abraham en Sara bij Abimelech 2
Genesis 9:18-29 Noach 7
Genesis 29:1-14 Jakob bij Laban 1
Genesis 6:5-22 Noach 1
Genesis 20:1-7 Abraham en Sara bij Abimelech 1
Genesis 38:15-23 Juda en Tamar 2
Genesis 31:17-30 Jakob bij Laban 8
Genesis 42:18-28 Jozefs broers in Egypte 2
Genesis 4:1-16 Adams zonen 1
Genesis 38:24-30 Juda en Tamar 3
Genesis 8:1-14 Noach 4
Genesis 49:16-33 Jakobs levenseinde 5
Genesis 35:1-15 Jakob opnieuw in Betel 1
Genesis 42:1-17 Jozefs broers in Egypte 1
Genesis 25:19-34 Jakob en Esau
Genesis 37:1-11 Jozef verkocht en naar Egypte gebr...
Genesis 14:1-13 Lot door Abram bevrijd 1
Genesis 32:17-22 Jakob oog in oog met Esau 2
Genesis 44:24-34 Jozefs broers opnieuw in Egypte 6
Genesis 33:12-17 Jakob oog in oog met Esau 5
Genesis 30:19-32 Jakob bij Laban 5
Genesis 46:16-30 Jakob met al zijn nakomelingen na...
Genesis 8:15-22 Noach 5
Genesis 39:21-23 De dromen van schenker en bakker ...
Genesis 5:21-32 Van Adam tot Noach 2
Genesis 19:1-14 Sodom en Gomorra 4
Genesis 45:1-9 Jozefs broers opnieuw in Egypte 7
Genesis 44:1-13 Jozefs broers opnieuw in Egypte 4
Genesis 18:16-22 Sodom en Gomorra 2
Genesis 36:31-43 Nakomelingen van Esau 3
Genesis 48:1-12 Jakobs levenseinde 2
Genesis 46:31-34 Jakob met al zijn nakomelingen na...
Genesis 23:10-20 Koop van een familiegraf 2
Genesis 50:15-21 Jakobs levenseinde 7
Genesis 27:34-46 Jakob ontneemt Esau de zegen 4
Genesis 50:22-26 Jozefs dood
Genesis 13:2-18 Scheiding tussen Abram en Lot
Genesis 47:15-27 Jakob met al zijn nakomelingen na...
Genesis 39:9-20 Jozef en de vrouw van Potifar 2
Genesis 3:14-24 De tuin van Eden 4
Genesis 36:20-30 Nakomelingen van Esau 2
Genesis 27:20-33 Jakob ontneemt Esau de zegen 3
Genesis 32:23-33 Jakob oog in oog met Esau 3
Genesis 31:43-54-32:1 Jakob bij Laban 10
Genesis 31:31-42 Jakob bij Laban 9
Genesis 10:21-32 Nakomelingen van Noachs zonen 2
Genesis 19:27-38 Sodom en Gomorra 6
Genesis 24:1-14 Een vrouw voor Isaak 1
Genesis 48:13-22 Jakobs levenseinde 3
Genesis 14:14-24 Lot door Abram bevrijd 2
Genesis 1:20-31 De schepping van hemel en Aarde 2
Genesis 34:1-12 Dina en Sichem 2
Genesis 21:14-21 Isaak en Ismaël 2
Genesis 31:1-16 Jakob bij Laban 7
Genesis 22:1-14 Abraham op de proef gesteld 1
Genesis 24:15-30 Een vrouw voor Isaak 2
Genesis 26:1-11 Isaak en Rebekka in Gerar 1
Genesis 12:1-9 Abram naar Kanaän
Genesis 34:25-31 Dina en Sichem 4
Genesis 15:12-21 Abrams visioen 2
Genesis 29:31-35 Jakob bij Laban 3
0Shares